“Microbiologie en Productveiligheid”
Symposiumverslag
Op 22 maart 2018 organiseerde de Stichting Food Micro het Event “Omgevingshygiëne, Technologie en Microbiologie”. Ook dit Food Micro Event was weer uitverkocht. Er was veel interactie tussen de standhouders en de deelnemers. Omdat bij de samenstelling van het programma bewust is gekozen om praktijkgerichte sprekers uit te nodigen ontstond tijdens het symposium een levendige discussie en werden praktijkvragen beantwoord. Op de kennismarkt “Meet the Expert” kregen de deelnemers de gelegenheid om te spreken met vakspecialisten van o.a. Wageningen Universiteit, het Westerdijk Instituut, RIKILT, Groen Agro Control, QAssurance, IWC Innovative Water Concepts, CID Lines, Merieux NutriSciences, Clear Inn Food en KWR Watercycle Research institute. Op het symposiumgedeelte van het Event kwamen de belangrijkste onderwerpen op het gebied van omgevingshygiëne in een productieomgeving aan de orde.
Martine Reij (Wageningen Universiteit) opende het symposium en ging meteen in op twee actuele cases: de Listeria-leverworst outbreak in Zuid-Afrika met al meer dan 1000 ziektegevallen en bijna 200 doden en de Salmonella-melkpoeder-Lactalis case; een economisch- en imago drama voor dit bedrijf. Daarna werd uitleg gegeven over de waarschijnlijkheid een positief monster te vinden bij verschillende contaminatieniveaus. De kans om een positief monster te vinden bij een laag contaminatieniveau is klein; vanwege de trefkans, heterogeniteit van de contaminatie en niet-perfecte analysemethoden. Daarom is het beter om besmettingsbronnen in beeld te krijgen en de aandacht daar op te richten. Dit werd aan de hand van diverse voorbeelden toegelicht. Daarbij werd duidelijk gemaakt dat pieken verdoezeld kunnen worden wanneer gemiddelde waarden worden gerapporteerd. De trefkans is al klein; daarom is het belangrijk om pieken niet te laten verdwijnen in bv. maandgemiddelden. Ook werd inzicht gegeven in de effecten van een hygiëneplan en hoe vast te stellen of de genomen maatregelen effectief zijn. Verder werd uitgebreid stilgestaan bij de noodzaak en de betrouwbaarheid van een studie naar de relatie tussen een simulatiemodel en productbesmetting.
Masja Nierop-Groot van Wageningen Universiteit presenteerde de eerste resultaten uit het PPS project “Oppervlaktebesmettingen in de levensmiddelenindustrie” over een studie naar chloordioxide (ClO2). Chloordioxide is effectief tegen bacteriën, schimmels en virussen en wordt o.a. toegepast voor desinfectie van drink- en proceswater. Ook voor toepassing in procesomgevingen bestaat interesse. Omdat de resultaten uit dit project nog gepubliceerd gaan worden gaat dit verslag niet in op de details. Het project beoogt o.a. een beter inzicht te krijgen in de opbouw van biofilms en de beste reinigingsstrategieën. De voordelen van ClO2 zijn o.a.: werkzaam bij een lage dosering, het is een gas oplosbaar in water, een breedspectrum werking, relatief ongevoelig voor organische vervuiling, reageert niet met organisch materiaal. Nadelen zijn o.a. dat het een gas is en dat mede daarom de veiligheid van werknemers een aandachtspunt is, de stabiliteit beperkt is en dat het vluchtig is. In de studie is onderzocht in welke concentraties ClO2 effectief is en wat geschikte behandelingsschema’s zijn.
Wouter Burggraaf sprak namens EHEDG en presenteerde een test van EHEDG om het effect van een reinigingsbehandeling in de fabriek te testen. Daarna werd een lucht-water behandelingsmethode (Undine®) besproken. Dit o.a. aan de hand van een case waarbij transportbanden in een kippenslachterij worden gereinigd met water en perslucht. Bij de Undine® technologie worden water en lucht gemengd en in extreem kleine druppeltjes in de vorm van naaldjes op het oppervlak gespoten. Deze technologie is volgens de spreker effectiever dan traditioneel waterspuiten en kan microorganismen ook van complexe oppervlakken in bv. transportlijnen verwijderen.
Elodie Callens van CID Lines legde het verschil tussen reinigen en desinfecteren uit en zette uiteen dat desinfectie geen zin heeft wanneer er niet goed gereinigd is. Ook zij gaf aan dat het identificeren van de bronbesmetting belangrijk is en dat daarbij een stappenplan om de bronbesmetting weg te nemen noodzakelijk is . Diverse middelen werden besproken waarbij aangegeven werd wat de voor- en nadelen zijn. Ten slotte werd ingegaan op de nieuwe EU wetgeving: de Biocidal Product Regulation. Deze nieuwe wetgeving t.a.v. reiniging en desinfectie kan impact hebben op de middelen die in een bedrijf gebruikt worden.
Paul van der Wielen van KWR besprak de invloed op de microflora van het behandelen van oppervlaktewater of grondwater met diverse technieken. In Nederland wordt grondwater meestal behandeld met beluchting en filtratie; voor oppervlaktewater wordt een multiple barrière aanpak gekozen. Nederland is uniek in de wereld omdat distributie gaat zonder desinfectansresiduen zoals chloor. Nederlands drinkwater is zeker niet steriel; in de waterleidingen is een natuurlijk evenwicht ontstaan van microorganismen en hogere organismen zoals waterpissebedden. Dit is noodzakelijk om het water van goede kwaliteit te houden. Met bioassays zoals de continue biofilm monitor wordt de populatie in de natuurlijke biofilms in waterleidingen gevolgd. Daarnaast wordt onderzoek op de groeipotentie van het water voor (micro)organismen gedaan. Daarbij wordt. gekeken naar diverse behandelingsmethoden zoals snelfiltratie, geavanceerde oxidatie (ozon, UV/H2O2, UV), actieve koolfiltratie en reverse osmosis. Zo wordt o.a. vastgesteld in welke mate het behandelde water groei van opportunistische ziekteverwekkers zoals Legionella pneumophila kan bevorderen.
Jennifer Banach van het RIKILT sprak over het voorkomen van cross-contaminatie via waswater dat gebruikt wordt bij de processing van gesneden groente. Vers gesneden groente is een snel groeiende markt. Omdat het veelal rauwkost betreft heeft contaminatie met een pathogeen een grote impact en kan dit in geval van een uitbraak leiden tot een hoog aantal ziektegevallen. Tijdens deze lezing werden diverse methodes besproken die gebruikt worden om cross-contaminatie van gesneden groente via het waswater te voorkomen. Voorbeelden van efficiënte technologieën zijn behandelingen met ozon, chlorine, chlorine dioxide (ClO2) en peracetic acid. Tijdens de lezing werd met name ingezoomd op een studie waarin de behandeling met ClO2 en peracetic acid onderzocht is. De conclusie was dat geen enkele methode tot een 100% garantie leidt; goede basale hygiëne tijdens de processing is altijd belangrijk. Ook zal een hoog gehalte aan vuil en organische residuen leiden tot een hogere benodigde concentratie van het middel. De contacttijd is een aandachtspunt; deze is in de praktijk soms te kort om een optimaal effect te bewerkstelligen en staat uiteraard altijd in relatie tot de dosis. Een ander aandachtspunt is tot slot de hoeveelheid residue die op de groente achterblijft; dit moet vanzelfsprekend voldoen aan de wettelijke norm.
Maik van Leijden van Christeyns verzorgde een lezing waarin uiteen werd gezet hoe een biofilm kan ontstaan, hoe deze kan worden gedetecteerd en hoe een biofilm succesvol kan worden verwijderd. Ook werden tips gegeven hoe een biofilm te voorkomen. Bij onvoldoende reiniging en desinfectie kunnen microorganismen achterblijven en zich hechten aan oppervlakken. Sommige bacteriën ontwikkelen een exopolysaccharide matrix die hen beschermt tegen o.a. hittebehandelingen, stoombehandelingen en reinigings- en desinfectiemiddelen. Tevens kan de beschermende omgeving van een biofilm ertoe leiden dat andere microorganismen zich in bv. procesapparatuur handhaven. De biofilm kan gezien worden als een tijdbom die af en toe open barst, bacteriën loslaat en zich weer sluit. Dat maakt het lastig om vast te stellen of een probleem op een bepaald moment daadwerkelijk is opgelost is of niet. Tijdens deze lezing werd met name aandacht besteed aan enzymatische verwijdering van biofilms. Volgens de spreker biedt enzymatische reiniging diverse voordelen: pH-neutraal, dieptereiniging, makkelijk afspoelbaar, milieuvriendelijk, geen restactiviteit en werkzaam bij een lage temperatuur.
Hugo ter Hoeve van SimpelDesinfecteren verzorgde de laatste lezing van dit symposium. Hij presenteerde het Nocaspay-concept; een desinfectieconcept op basis van waterstofperoxide waarmee ruimtes kunnen worden gedesinfecteerd. Met een apparaat wordt lucht geïoniseerd dat vervolgens met 300 km/uur in de ruimte wordt geblazen. De moleculen breken na 2-3 meter uit elkaar waardoor een droge waterdamp ontstaat waarin zuurstofradicalen of OH- ionen ontstaan die een desinfecterende werking hebben.
Programma
Martine Reij (Wageningen University & Research)
Openingslezing: Omgeving schoon – product ook?
Een schone omgeving is essentieel voor de productie van veilig voedsel met een goede houdbaarheid. En mijn moeder leerde me om nooit met mijn vieze vingers aan eten te zitten. Maar wat is schoon? Hoe kan men dat monitoren? Deze inleiding gaat in op de ingewikkelde relatie tussen levensmiddelen en de omgeving waarin ze geproduceerd worden.
Masja Nierop-Groot (Wageningen University & Research)
Lezing: Toevoeging van chloordioxide aan water – toegevoegde waarde voor desinfectie van productieapparatuur en procesomgevingen?
Chloordioxide (ClO2) is effectief tegen een breed scala aan bacteriën, schimmels en virussen. Het wordt o.a. toegepast voor desinfectie van drink- en proceswater. Ook voor toepassing in procesomgevingen bestaat interesse; een groeiend aantal studies beschrijft de toepassing op biofilms en bacteriële sporen. In deze lezing wordt nader ingegaan op de mogelijkheden en beperkingen van toepassing van chloordioxide op oppervlaktebesmettingen relevant in voedselproductieomgevingen. Hierbij worden eigen onderzoeksresultaten van chloordioxide tegen Salmonella en Listeria monocytogenes gepresenteerd.
Jen Banach (RIKILT Wageningen University & Research)
Lezing: Preventing cross-contamination from wash water during vegetable processing by disinfection
Fresh produce washing is a critical step to help ensure food safety. However, it remains a challenge since there are no effective disinfection strategies to eliminate pathogens while retaining product quality. As a consequence, washing can provide the opportunity for pathogenic cross-contamination. This lecture focuses on disinfection of the water used during the processing of vegetables, with examples highlighting the use of chlorine dioxide and peracetic acid.
Anthony Hendriks (Qlean-tec Christeyns, Mijdrecht)
Titel: Biofilms; hoe te ontdekken, te verwijderen en te voorkomen?
Hygiëne is bij de productie en verwerking van levensmiddelen van groot belang. Onvoldoende reiniging en desinfectie hebben tot gevolg dat bacteriën achterblijven en zich hechten aan oppervlakken. Deze bacteriën kunnen verder uitgroeien en een exopolysaccharide matrix ontwikkelen die hen beschermt , o.a. door een verhoogde resistentie tegen hitte, droogte en reinigings- en desinfectiemiddelen. Tijdens deze lezing wordt uiteengezet hoe een biofilm kan ontstaan, gedetecteerd kan worden en hoe een biofilm succesvol verwijderd kan worden. Daarnaast krijgt u tips hoe u zich kunt wapenen tegen het ontstaan van een nieuwe biofilm.
Elodie Callens (CID LINES, Ieper (B))
Lezing: Vertrouw op hygiëne! Good Practice in de reiniging en desinfectie
De invloed van reiniging en desinfectie op de microbiologische kwaliteit van het eindproduct wordt nog vaak onderschat. In de presentatie komen niet alleen de do’s en don’ts aan bod maar ook hoe belangrijk de bedrijfsmentaliteit, continue evaluatie en optimalisatie zijn in het streven naar een optimaal reinigingsresultaat. Daarnaast worden een aantal toekomstperspectieven besproken. Dit in verband met veranderende wetgeving t.a.v. reiniging en desinfectie met de nieuwe BPR (Biocidal Products Regulation).
Wouter Burggraaf (EHEDG/Burggraaf & Partners)
Lezing: Reinigen tot op microbieel niveau met water en lucht
Traditionele reinigingsmethodes hebben beperkingen ten aanzien van reiniging tot op microbieel niveau. Tijdens deze lezing wordt nader ingegaan op stromingsleer op microschaal en aan de hand hiervan uiteengezet welke technologie beschikbaar is om sneller en beter te kunnen reinigen.
Paul van der Wielen (KWR, Nieuwegein)
Lezing: Invloed van waterzuiveringstechnologieën op groei- en biofilmvormingspotentie van drinkwater
In deze presentatie wordt ingaan op de invloed van het behandelen van oppervlaktewater of grondwater met de zuiveringsprocessen snelfiltratie, geavanceerde oxidatie (ozon, UV/H2O2, UV), actieve koolfiltratie en reverse osmosis op de groeipotentie van het water voor micro-organismen (bepaald met bioassays), de invloed op de biofilmvormingspotentie van het water (bepaald met biofilmmonitoren) en de mate waarin het behandelde water groei van opportunistische ziekteverwekkers, zoals Legionella pneumophila kan bevorderen.
Borrel en vervolg interactieve kennismarkt “Meet the Expert”.